Dido van Carthago en
Aeneas van Troje
1. Stop Motion
https://youtu.be/l3U63dn3Bkc door Marte (5 Latijn)
2. In de operamuziek
Wat hebben deze drie knappe koppen met elkaar gemeen?
Afgezien van het feit dat ze alle drie al gestorven zijn en ze dringend iets aan hun looks moeten doen, hebben deze drie wel degelijk iets gemeenschappelijks, namelijk: Dido en Aeneas.
Van links naar rechts: Publius Vergilius Maro, Henry Purcell en Hector Berlioz. De eerste is de trotse auteur van de ‘Aeneïs’, de andere twee de componisten van een daarop geïnspireerde opera. De Engelse Purcell (°Londen 1659- † aldaar 21.11.1695) is één van de grootste componisten aller tijden, als grondlegger van een eigen nationale zangstijl en als auteur van meesterlijke vocale én muzikale werken in de barok. Fransman Hector Berlioz (11/12/1803 -08/03/1869) was ook een gepassioneerd en getalenteerd man, maar had wat meer pech in het leven. Zijn opera ‘Les Troyens’ bijvoorbeeld, die we in dit artikel gaan bespreken, heeft hij zelf nooit volledig opgevoerd gezien.
In boek IV wordt het verhaal van Dido en Aeneas verteld, dat een tragische afloop voor Dido kent. Die tragische afloop is dé slotact voor beide opera’s: drama alom. Deze samenvatting bespreekt kort, per opera, waar de composities inhoudelijk afwijken van het origineel, en op welke manier de muziek samenvloeit met de tekst (beide voor de slotact).
Wat hebben deze drie knappe koppen met elkaar gemeen?
Afgezien van het feit dat ze alle drie al gestorven zijn en ze dringend iets aan hun looks moeten doen, hebben deze drie wel degelijk iets gemeenschappelijks, namelijk: Dido en Aeneas.
Van links naar rechts: Publius Vergilius Maro, Henry Purcell en Hector Berlioz. De eerste is de trotse auteur van de ‘Aeneïs’, de andere twee de componisten van een daarop geïnspireerde opera. De Engelse Purcell (°Londen 1659- † aldaar 21.11.1695) is één van de grootste componisten aller tijden, als grondlegger van een eigen nationale zangstijl en als auteur van meesterlijke vocale én muzikale werken in de barok. Fransman Hector Berlioz (11/12/1803 -08/03/1869) was ook een gepassioneerd en getalenteerd man, maar had wat meer pech in het leven. Zijn opera ‘Les Troyens’ bijvoorbeeld, die we in dit artikel gaan bespreken, heeft hij zelf nooit volledig opgevoerd gezien.
In boek IV wordt het verhaal van Dido en Aeneas verteld, dat een tragische afloop voor Dido kent. Die tragische afloop is dé slotact voor beide opera’s: drama alom. Deze samenvatting bespreekt kort, per opera, waar de composities inhoudelijk afwijken van het origineel, en op welke manier de muziek samenvloeit met de tekst (beide voor de slotact).
Inhoudelijke analyse
“Dido and Aeneas” van Purcell en “Les Troyens” van Berlioz zijn natuurlijk geen exacte kopieën van het originele werk, “Aeneïs” van Vergilius. Dido, bijvoorbeeld, wordt bij Purcell gevoeliger voorgesteld (zelfs zo gevoelig dat ze eraan sterft, haar liefdesverdriet werd haar helaas te veel) dan bij Vergilius, want waar Purcells Dido vooral vindt dat ze fouten heeft gemaakt en nog wat laatste goede raad wil geven, voelt Vergilius’ Dido vooral opluchting en verlossing. Ze vervloekt Aeneas zelfs nog en ze steekt zichzelf neer. Bij de Dido van Berlioz gaat het er zelfs nog heftiger aan toe: nadat Dido zich heeft neergestoken en voorspeld heeft dat Rome, de nakomelingen van Aeneas, zal overwinnen op Carthago, beginnen alle omstaanders eeuwige haat en een nooit eindigende oorlog te zweren aan het volk van Aeneas. Daarmee eindigt de opera van Berlioz ook, lekker dramatisch! De opera van Purcell eindigt iets vredelievender, Cupido’s worden gezonden om op Dido te passen. Ook bij Vergilius wordt er iemand gezonden. Hier is het Iris, de godin van de regenboog, die Dido uit haar lijden komt verlossen.
“Dido and Aeneas” van Purcell en “Les Troyens” van Berlioz zijn natuurlijk geen exacte kopieën van het originele werk, “Aeneïs” van Vergilius. Dido, bijvoorbeeld, wordt bij Purcell gevoeliger voorgesteld (zelfs zo gevoelig dat ze eraan sterft, haar liefdesverdriet werd haar helaas te veel) dan bij Vergilius, want waar Purcells Dido vooral vindt dat ze fouten heeft gemaakt en nog wat laatste goede raad wil geven, voelt Vergilius’ Dido vooral opluchting en verlossing. Ze vervloekt Aeneas zelfs nog en ze steekt zichzelf neer. Bij de Dido van Berlioz gaat het er zelfs nog heftiger aan toe: nadat Dido zich heeft neergestoken en voorspeld heeft dat Rome, de nakomelingen van Aeneas, zal overwinnen op Carthago, beginnen alle omstaanders eeuwige haat en een nooit eindigende oorlog te zweren aan het volk van Aeneas. Daarmee eindigt de opera van Berlioz ook, lekker dramatisch! De opera van Purcell eindigt iets vredelievender, Cupido’s worden gezonden om op Dido te passen. Ook bij Vergilius wordt er iemand gezonden. Hier is het Iris, de godin van de regenboog, die Dido uit haar lijden komt verlossen.
Een korte muzikale analyse
Muziekkenner of niet, wat je van een opera niet kunt zeggen, is dat hij niet intelligent ineen zit. Purcells slotact bevat één van de beroemdste lamento’s aller tijden. Een lamento is een triestig deel van een opera, een ‘vocale klacht’, die opgebouwd is uit eenzelfde dalende*, muzikale opeenvolging van noten, die door de bas gespeeld wordt.
Afgezien van het dramatische hoogtepunt, Dido’s zelfmoord, kiest hij ervoor om er sobere muziek onder te zetten. Hij zorgt hier en daar voor een subtiele wijziging in de bas, wat het interessant houdt. Een gevoelige, ook dalende* zanglijn met echo’s van een stervende Dido ‘Remember me, remember me…’ maken het beklijvend. Purcell slaagt erin haar toestand perfect weer te geven, want op het einde bv. probeert Dido zich nog op te richten, maar valt telkens terug neer: dit wordt aangetoond door een aantal stijgende noten te spelen, maar daarna terug het lage te laten overheersen. Over de hele slotact lukt het Purcell alle gevoelens te laten weerklinken in de muziek.
Berlioz daarentegen pakt het bombastisch aan. Hij gebruikt voor zijn slotact (die geen lamento is) dan ook meer instrumenten. Hij hecht er veel belang aan om de sfeer van het verhaal te linken aan de muziek: bijvoorbeeld, wanneer er priesters aan te pas komen, bouwt hij een heel plechtige sfeer op, en de Carthagers, Dido’s volk dat kwaad is, klinken vol haat.
*Wanneer de muziek daalt (van hoge noten naar lage noten gaat), zal je hier automatisch een triestig gevoel bij krijgen. Dit is ook typisch voor een lamento.
Dit klinkt allemaal misschien een beetje ‘abstract’, en daardoor is het misschien wel leuk als je de slotacts eens beluistert, want klassieke muziek is zeker en vast niet zo saai als het lijkt:
Purcell’s lamento, mét partituren: https://www.youtube.com/watch?v=fraubogbQkc
Berlioz’ slotact (zie CD 4 voor de slotact): https://play.spotify.com/album/578TLRGeb4VctpZU35nO72
Muziekkenner of niet, wat je van een opera niet kunt zeggen, is dat hij niet intelligent ineen zit. Purcells slotact bevat één van de beroemdste lamento’s aller tijden. Een lamento is een triestig deel van een opera, een ‘vocale klacht’, die opgebouwd is uit eenzelfde dalende*, muzikale opeenvolging van noten, die door de bas gespeeld wordt.
Afgezien van het dramatische hoogtepunt, Dido’s zelfmoord, kiest hij ervoor om er sobere muziek onder te zetten. Hij zorgt hier en daar voor een subtiele wijziging in de bas, wat het interessant houdt. Een gevoelige, ook dalende* zanglijn met echo’s van een stervende Dido ‘Remember me, remember me…’ maken het beklijvend. Purcell slaagt erin haar toestand perfect weer te geven, want op het einde bv. probeert Dido zich nog op te richten, maar valt telkens terug neer: dit wordt aangetoond door een aantal stijgende noten te spelen, maar daarna terug het lage te laten overheersen. Over de hele slotact lukt het Purcell alle gevoelens te laten weerklinken in de muziek.
Berlioz daarentegen pakt het bombastisch aan. Hij gebruikt voor zijn slotact (die geen lamento is) dan ook meer instrumenten. Hij hecht er veel belang aan om de sfeer van het verhaal te linken aan de muziek: bijvoorbeeld, wanneer er priesters aan te pas komen, bouwt hij een heel plechtige sfeer op, en de Carthagers, Dido’s volk dat kwaad is, klinken vol haat.
*Wanneer de muziek daalt (van hoge noten naar lage noten gaat), zal je hier automatisch een triestig gevoel bij krijgen. Dit is ook typisch voor een lamento.
Dit klinkt allemaal misschien een beetje ‘abstract’, en daardoor is het misschien wel leuk als je de slotacts eens beluistert, want klassieke muziek is zeker en vast niet zo saai als het lijkt:
Purcell’s lamento, mét partituren: https://www.youtube.com/watch?v=fraubogbQkc
Berlioz’ slotact (zie CD 4 voor de slotact): https://play.spotify.com/album/578TLRGeb4VctpZU35nO72
3. Bij Vergilius en Ovidius
1. Twee dichters van wereldklasse
Aan het begin van de Oudheid waren de Grieken het machtigste volk van het huidige Europa. Zij legden toen de basis van de wetenschap en waren dus zeer sterk op dat vlak, maar ook op vlak van filosofie en literatuur. Toen de Romeinen later alleenheersers waren in het hedendaagse Europa, namen zij heel wat van hun kennis over. Ze probeerden de Grieken te overtreffen, ook in de Romeinse literatuur. De Romeinse dichters uit de Oudheid deden vaak aan ‘imitatio et aemulatio’, dat wil zeggen ‘nadoen en overtreffen’, maar op een speelse manier. Dit deden ze door zich te baseren op Griekse werken en dan verschillende zaken over te nemen. Misschien heb je wel al eens gehoord van Vergilius? Of Ovidius? Zij waren twee Romeinse dichters in de Oudheid. Allebei waren ze zeer getalenteerd en zijn zo aan de top geraakt. Ook zij deden aan ‘imitatio et aemulatio’. Een van Vergilius’ werken is gebaseerd op de Ilias en de Odyssee van Homeros. Die verhalen gingen over de helden uit de Trojaanse oorlog en de zwerftochten van Odysseus op zoek naar zijn thuisland in
Griekenland. Onderweg maakte hij allerlei avonturen mee, maar na twintig jaar geraakte hij uiteindelijk terug thuis.
1. Twee dichters van wereldklasse
Aan het begin van de Oudheid waren de Grieken het machtigste volk van het huidige Europa. Zij legden toen de basis van de wetenschap en waren dus zeer sterk op dat vlak, maar ook op vlak van filosofie en literatuur. Toen de Romeinen later alleenheersers waren in het hedendaagse Europa, namen zij heel wat van hun kennis over. Ze probeerden de Grieken te overtreffen, ook in de Romeinse literatuur. De Romeinse dichters uit de Oudheid deden vaak aan ‘imitatio et aemulatio’, dat wil zeggen ‘nadoen en overtreffen’, maar op een speelse manier. Dit deden ze door zich te baseren op Griekse werken en dan verschillende zaken over te nemen. Misschien heb je wel al eens gehoord van Vergilius? Of Ovidius? Zij waren twee Romeinse dichters in de Oudheid. Allebei waren ze zeer getalenteerd en zijn zo aan de top geraakt. Ook zij deden aan ‘imitatio et aemulatio’. Een van Vergilius’ werken is gebaseerd op de Ilias en de Odyssee van Homeros. Die verhalen gingen over de helden uit de Trojaanse oorlog en de zwerftochten van Odysseus op zoek naar zijn thuisland in
Griekenland. Onderweg maakte hij allerlei avonturen mee, maar na twintig jaar geraakte hij uiteindelijk terug thuis.
2. Vergilius
Vergilius’ werk de Aeneïs ging over de Trojaanse held Aeneas. Hij kan samen met een deel van zijn volk vluchten uit het brandende Troje, de zee op. Zijn missie is om in Italië te geraken zodat zijn nakomelingen later de stad Rome zouden kunnen stichten. Helaas gaat dit niet zonder slag of stoot. Onderweg strandt hij in Carthago, de stad van koningin Dido, na een woeste storm op zee. Daar worden ze uiteindelijk met open armen ontvangen. Dido weet namelijk ook hoe het is om alsmaar op de vlucht en op zoek naar een land te zijn. Door een samenzwering tussen twee godinnen, wordt Dido op Aeneas verliefd. Ze vergeet haar taak als koningin en het opbouwen van haar nieuwe stad.
Na een tijdje komt Aeneas echter tot inkeer en wil zijn tocht verderzetten, uiteraard door toedoen van de goden. Hij is niet te stoppen. Hoe hard Dido ook probeert hem tegen te houden, Aeneas heeft er geen oren naar. Nadat hij vertrokken is, ziet de ongelukkige Dido het niet meer zitten. Nadat haar vorige man stierf, heeft ze zich steeds aan de eed van eeuwige trouw die ze aan hem gezworen heeft gehouden. Toen Aeneas ten tonele verscheen, heeft ze die belofte gebroken door met hem een relatie aan te knopen. Ze denkt dat zelfs haar eigen volk haar nu haat en ze al haar waardigheid verloren heeft. Daarom pleegt ze zelfmoord. Doorheen het verhaal merk je dat de houding van Vergilius tegenover zijn personage Dido vol medelijden zit. Hij voelt met haar mee, vindt het jammer voor haar, de eens zo goede en toegewijde koningin Dido. Hij vindt wel dat ze ongelijk heeft door zich te willen verzetten tegen het lot, namelijk de goddelijke opdracht van Aeneas om in Italië een nieuw vaderland te zoeken voor de Trojanen.
Vergilius’ werk de Aeneïs ging over de Trojaanse held Aeneas. Hij kan samen met een deel van zijn volk vluchten uit het brandende Troje, de zee op. Zijn missie is om in Italië te geraken zodat zijn nakomelingen later de stad Rome zouden kunnen stichten. Helaas gaat dit niet zonder slag of stoot. Onderweg strandt hij in Carthago, de stad van koningin Dido, na een woeste storm op zee. Daar worden ze uiteindelijk met open armen ontvangen. Dido weet namelijk ook hoe het is om alsmaar op de vlucht en op zoek naar een land te zijn. Door een samenzwering tussen twee godinnen, wordt Dido op Aeneas verliefd. Ze vergeet haar taak als koningin en het opbouwen van haar nieuwe stad.
Na een tijdje komt Aeneas echter tot inkeer en wil zijn tocht verderzetten, uiteraard door toedoen van de goden. Hij is niet te stoppen. Hoe hard Dido ook probeert hem tegen te houden, Aeneas heeft er geen oren naar. Nadat hij vertrokken is, ziet de ongelukkige Dido het niet meer zitten. Nadat haar vorige man stierf, heeft ze zich steeds aan de eed van eeuwige trouw die ze aan hem gezworen heeft gehouden. Toen Aeneas ten tonele verscheen, heeft ze die belofte gebroken door met hem een relatie aan te knopen. Ze denkt dat zelfs haar eigen volk haar nu haat en ze al haar waardigheid verloren heeft. Daarom pleegt ze zelfmoord. Doorheen het verhaal merk je dat de houding van Vergilius tegenover zijn personage Dido vol medelijden zit. Hij voelt met haar mee, vindt het jammer voor haar, de eens zo goede en toegewijde koningin Dido. Hij vindt wel dat ze ongelijk heeft door zich te willen verzetten tegen het lot, namelijk de goddelijke opdracht van Aeneas om in Italië een nieuw vaderland te zoeken voor de Trojanen.
3. Ovidius
Dan hebben we ook nog Ovidius. Ook hij was een groot dichter en heeft vele werken geschreven. Een van zijn werken heette de Heroides. Het was een bundel brieven van beroemde mythische vrouwen aan hun minnaars. Een van die brieven is de brief van Dido voor Aeneas, zogezegd door haar geschreven net voor ze stierf. Hij heet de Zwanenzang, en in de brief probeert ze hem duidelijk te maken wat een fout hij heeft begaan. Ovidius geeft de koningin op een andere manier weer dan Vergilius. Hij beschrijft deze liefdesgeschiedenis vanuit Dido’s standpunt. Ook hij doet aan ‘imitatio en aemulatio’, alleen dan tegenover het welbepaalde werk van Vergilius. Koningin Dido is in de Heroides niet zo verfijnd als in de Aeneïs. In dit verhaal is Dido niet zozeer begaan met haar volk of haar eer, of die worden tenminste toch niet zo uitdrukkelijk vermeld. Nee, hier is ze gewoon een vrouw, wanhopig omdat ze in de steek gelaten is. Haar toon is wel zekerder en overtuigend, ze is standvastiger in de Heroides. Ook in het Latijn zijn er overeenkomsten. Onder andere in de woordkeuze of plaatsing van woorden in de zin. Ook neemt hij soms passages over, zodat een deel hetzelfde is. Hij past dus de methode van de ‘imitatio (nadoen) toe door op Vergilius zijn verhaal verder te breien. Aemulatio (overtreffen) past Ovidius toe door Dido’s argumenten om Aeneas te doen blijven verder uit te breiden.
4. In de Engelse literatuur
Vergilius’ Aeneïs vergeleken met Engelse literatuur
Wij hebben fragmenten uit Vergilius' Aeneïs gelezen. Dit epos vertelt de verhalen van de Trojaanse prins Aeneas die na zware zwerftochten en pijnlijke oorlogen Rome moet stichten. Wij hebben fragmenten uit Vergilius' Aeneïs gelezen. Dit epos vertelt de verhalen van de Trojaanse prins Aeneas die na zware zwerftochten en pijnlijke oorlogen Rome moet stichten. In één van zijn zwerftochten komt hij terecht in de stad van Dido, namelijk Carthago. Dido en Aeneas worden verliefd, maar Aeneas wordt herinnerd aan zijn goddelijke taak en trekt verder. Dido die alleen en beschaamd is achtergebleven, kiest voor zelfmoord. Het voormalig koppel ontmoet elkaar in de onderwereld om nog een laatste keer afscheid te nemen.
Tot op de dag van vandaag laten veel auteurs zich door dit epos inspireren. Zo heeft ook Chaucer zijn versie geschreven van de Aeneïs. A ballad of a wandering prince is nog een voorbeeld van een vervorming van het liefdesverhaal van Dido en Aeneas. Wij hebben deze twee teksten geanalyseerd en vergeleken met Vergilius’ Aeneïs.
Chaucer
Chaucer is een legendarische Engelse dichter uit de 14e eeuw die zich op de Aeneïs van Vergilius en vooral op de liefdesrelatie tussen Dido en Aeneas baseerde om zijn 'legend of Dido' te schrijven. Hij nam het verhaal van Vergilius wel niet letterlijk over. Hij paste het verhaal aan waar hij dit nodig vond.
Al bij de eerste ontmoeting tussen Dido en Aeneas verandert Chaucer iets. In het oorspronkelijke verhaal (de Aeneïs) wordt Dido al tijdens de eerste ontmoeting verliefd. Dit komt deels door Cupido. Maar Chaucer vertelt in zijn versie niets over Cupido. Hij zegt dat Dido verliefd wordt op Aeneas omdat hij een onbekende met een knap voorkomen is.
Dan hebben we ook nog Ovidius. Ook hij was een groot dichter en heeft vele werken geschreven. Een van zijn werken heette de Heroides. Het was een bundel brieven van beroemde mythische vrouwen aan hun minnaars. Een van die brieven is de brief van Dido voor Aeneas, zogezegd door haar geschreven net voor ze stierf. Hij heet de Zwanenzang, en in de brief probeert ze hem duidelijk te maken wat een fout hij heeft begaan. Ovidius geeft de koningin op een andere manier weer dan Vergilius. Hij beschrijft deze liefdesgeschiedenis vanuit Dido’s standpunt. Ook hij doet aan ‘imitatio en aemulatio’, alleen dan tegenover het welbepaalde werk van Vergilius. Koningin Dido is in de Heroides niet zo verfijnd als in de Aeneïs. In dit verhaal is Dido niet zozeer begaan met haar volk of haar eer, of die worden tenminste toch niet zo uitdrukkelijk vermeld. Nee, hier is ze gewoon een vrouw, wanhopig omdat ze in de steek gelaten is. Haar toon is wel zekerder en overtuigend, ze is standvastiger in de Heroides. Ook in het Latijn zijn er overeenkomsten. Onder andere in de woordkeuze of plaatsing van woorden in de zin. Ook neemt hij soms passages over, zodat een deel hetzelfde is. Hij past dus de methode van de ‘imitatio (nadoen) toe door op Vergilius zijn verhaal verder te breien. Aemulatio (overtreffen) past Ovidius toe door Dido’s argumenten om Aeneas te doen blijven verder uit te breiden.
4. In de Engelse literatuur
Vergilius’ Aeneïs vergeleken met Engelse literatuur
Wij hebben fragmenten uit Vergilius' Aeneïs gelezen. Dit epos vertelt de verhalen van de Trojaanse prins Aeneas die na zware zwerftochten en pijnlijke oorlogen Rome moet stichten. Wij hebben fragmenten uit Vergilius' Aeneïs gelezen. Dit epos vertelt de verhalen van de Trojaanse prins Aeneas die na zware zwerftochten en pijnlijke oorlogen Rome moet stichten. In één van zijn zwerftochten komt hij terecht in de stad van Dido, namelijk Carthago. Dido en Aeneas worden verliefd, maar Aeneas wordt herinnerd aan zijn goddelijke taak en trekt verder. Dido die alleen en beschaamd is achtergebleven, kiest voor zelfmoord. Het voormalig koppel ontmoet elkaar in de onderwereld om nog een laatste keer afscheid te nemen.
Tot op de dag van vandaag laten veel auteurs zich door dit epos inspireren. Zo heeft ook Chaucer zijn versie geschreven van de Aeneïs. A ballad of a wandering prince is nog een voorbeeld van een vervorming van het liefdesverhaal van Dido en Aeneas. Wij hebben deze twee teksten geanalyseerd en vergeleken met Vergilius’ Aeneïs.
Chaucer
Chaucer is een legendarische Engelse dichter uit de 14e eeuw die zich op de Aeneïs van Vergilius en vooral op de liefdesrelatie tussen Dido en Aeneas baseerde om zijn 'legend of Dido' te schrijven. Hij nam het verhaal van Vergilius wel niet letterlijk over. Hij paste het verhaal aan waar hij dit nodig vond.
Al bij de eerste ontmoeting tussen Dido en Aeneas verandert Chaucer iets. In het oorspronkelijke verhaal (de Aeneïs) wordt Dido al tijdens de eerste ontmoeting verliefd. Dit komt deels door Cupido. Maar Chaucer vertelt in zijn versie niets over Cupido. Hij zegt dat Dido verliefd wordt op Aeneas omdat hij een onbekende met een knap voorkomen is.
Het is ook duidelijk te merken dat Chaucer niet aan Aeneas' kant staat. Dit merk je aan verschillende dingen.Hij vertelt bijvoorbeeld zeer weinig over Aeneas' achtergrond en over zijn goddelijke taak. Maar dit is natuurlijk een heel belangrijk deel in het verhaal. Aeneas houdt veel van Dido, maar hij moet een goddelijke taak volbrengen. Hij heeft dus niet echt een andere keuze dan haar te verlaten, laat Vergilius ons geloven. Chaucer gelooft dit niet. Hij zegt dat Aeneas Dido beu is en haar daarom verlaat. Hij vertelt ons ook dat Dido Aeneas smeekte om haar niet te verlaten of haar mee te nemen als zijn slavin. In de Aeneïs van Vergilius doet ze dit helemaal niet.
In het verhaal van Chaucer lijkt Aeneas een gemeen iemand die geen respect heeft voor vrouwen. In het verhaal van Vergilius is dit helemaal anders. Daar lijkt Aeneas plichtbewust en tegelijkertijd toch gevoelig. Zo zie je dat door delen van een verhaal aan te passen of weg te laten, je het verhaal helemaal kan verdraaien. Dit is wat Chaucer deed, hij liet delen weg, veranderde enkele woorden en zo kreeg hij een verhaal waarin niet Aeneas maar Dido de eervolle rol krijgt toebedeeld.
The wandering prince of Troy
The wandering prince of Troy is a ballad ofwel een ballade, dit is een soort van gedicht dat rijmde en op de melodie van de muziek voorgedragen werd. De auteur van de ballade is niet gekend, maar wat we wel weten is dat hij of zij opteerde voor een heuse plottwist. Zoals al eerder vermeld heeft Dido voor zelfmoord gekozen na het afscheid van Aeneas. In deze versie laat Dido het niet voor wat het is en neemt ze de touwtjes zelf in handen. Ze keert terug naar de aarde als geest en neemt Aeneas mee de dood in. 'and no man knew his dying day' was dan ook het laatste, het einde van de Trojaanse prins.
In de Aeneïs heeft Vergilius gekozen voor een hele batterij stijlfiguren. Deze zorgen voor een betere esthetiek van de tekst en kunnen belangrijke woorden of woordgroepen in de schijnwerpers zetten. Onze Engelse onbekende liet zijn tekst rijmen, opdat men de tekst beter kon onthouden, maar de meeste stijlfiguren liet hij achterwege. Hij heeft er wel een paar alliteraties in gestoken zoals bijvoorbeeld: Troy town of Boiling breast.
Het lot, fatum, fortuna... is de grote leidraad van Aeneas: hij moest namelijk de stad Rome stichten. Op deze manier wilt Vergilius aantonen dat het ontstaan van Rome beslist is door de goden. Toen de schrijver echter deze ballade schreef in de 17de eeuw, koos hij ervoor weinig belang aan het lot te hechten.
Dit waren een paar voorbeelden van hoe de mysterieuze auteur een eigen draai gegeven heeft aan het literair pareltje van Vergilius. Er is een mooi en droevig liefdesverhaal uit voortgevloeid met een onverwachte afloop.
In het verhaal van Chaucer lijkt Aeneas een gemeen iemand die geen respect heeft voor vrouwen. In het verhaal van Vergilius is dit helemaal anders. Daar lijkt Aeneas plichtbewust en tegelijkertijd toch gevoelig. Zo zie je dat door delen van een verhaal aan te passen of weg te laten, je het verhaal helemaal kan verdraaien. Dit is wat Chaucer deed, hij liet delen weg, veranderde enkele woorden en zo kreeg hij een verhaal waarin niet Aeneas maar Dido de eervolle rol krijgt toebedeeld.
The wandering prince of Troy
The wandering prince of Troy is a ballad ofwel een ballade, dit is een soort van gedicht dat rijmde en op de melodie van de muziek voorgedragen werd. De auteur van de ballade is niet gekend, maar wat we wel weten is dat hij of zij opteerde voor een heuse plottwist. Zoals al eerder vermeld heeft Dido voor zelfmoord gekozen na het afscheid van Aeneas. In deze versie laat Dido het niet voor wat het is en neemt ze de touwtjes zelf in handen. Ze keert terug naar de aarde als geest en neemt Aeneas mee de dood in. 'and no man knew his dying day' was dan ook het laatste, het einde van de Trojaanse prins.
In de Aeneïs heeft Vergilius gekozen voor een hele batterij stijlfiguren. Deze zorgen voor een betere esthetiek van de tekst en kunnen belangrijke woorden of woordgroepen in de schijnwerpers zetten. Onze Engelse onbekende liet zijn tekst rijmen, opdat men de tekst beter kon onthouden, maar de meeste stijlfiguren liet hij achterwege. Hij heeft er wel een paar alliteraties in gestoken zoals bijvoorbeeld: Troy town of Boiling breast.
Het lot, fatum, fortuna... is de grote leidraad van Aeneas: hij moest namelijk de stad Rome stichten. Op deze manier wilt Vergilius aantonen dat het ontstaan van Rome beslist is door de goden. Toen de schrijver echter deze ballade schreef in de 17de eeuw, koos hij ervoor weinig belang aan het lot te hechten.
Dit waren een paar voorbeelden van hoe de mysterieuze auteur een eigen draai gegeven heeft aan het literair pareltje van Vergilius. Er is een mooi en droevig liefdesverhaal uit voortgevloeid met een onverwachte afloop.